Koolrabi in de kijker
Persoonlijk heb ik een zwak voor koolrabi, omwille van zijn veelzijdigheid en zijn heerlijke smaak.
Koolrabi is een zomer-herfstgroente en verkrijgbaar van mei tot oktober. Dankzij ons gematigd klimaat, gedijt hij hier echter goed tot midden december. De knol van de koolrabi is in feite een verdikking van de stengel die zich bovengronds bevind, geen wortel dus.
Koolrabi is een kruising van een witte kool en een witte raap. De oud-Vlaamse naam is raapkool. Dit zorgde echter voor verwarring met de koolraap, wat niet hetzelfde is. Vandaar is men hier de duitse benaming ‘koolrabi’ gaan gebruiken.
Koolrabi heeft een frisse en zoete smaak en laat zich daarom gemakkelijk rauw eten – lekker in een salade, of bij het aperitief met een heerlijk dipsausje erbij. En terwijl ik de koolrabi voorbereid, verdwijnt er steevast al op voorhand een kwart in de gulzige monden van mijn gezinsleden 😉
Koolrabi smaakt verder ook heerlijk in een romig soepje, geraspt in een salade of meegekookt met de aardappelen tot puree. Mijn persoonlijke voorkeur is toch wel de geroosterde koolrabi. Eerst kort geblancheerd en daarna met een beetje olijfolie, zout en rozemarijn in de oven voor 35 minuten – zalig lekker gewoon!
Op oudejaarsavond serveren we een soep van gegrilde winterknollen, waarin de koolrabi zijn prominente plaats krijgt – het klinkt misschien niet sexy, maar eenmaal je deze geproefd hebt, weet je precies waarom we hiervoor gekozen hebben: rijk, gevuld, aards – Villa Tulsi waardig.
Ik heb er alvast veel zin in, om ze te bereiden maar nog meer om ze aan mijn gasten te mogen serveren….