Moet er nog pompoen zijn?
Wist jij dat er maar liefst 74 pompoensoorten zijn?
Ze zijn niet allemaal even bekend en ze zijn ook niet allemaal geschikt voor consumptie. Sommigen gebruiken we enkel als decoratie. Kijk maar eens rondom je en je zal hier en daar aan menig voordeur pompoenen zien schitteren.
Ik beperk me vandaag tot de 5 ‘meest’ gekende, eetbare soorten. En toon je graag, welke pompoen het meest geschikt is voor welke bereiding.
De oranje pompoen
De meest bekende pompoen is de oranje pompoen, niet te verwarren met de hokkaido, waarover zo meteen meer. De smaak van de oranje pompoen is zacht en melig. Door zijn zachte smaak is hij perfect in gerechten met veel kruiden en specerijen zoals chutney en curry. Ook wordt deze pompoen veel gebruikt voor de bekende pompoensoep. Zijn zoete smaak maakt dat hij ook uitermate geschikt is in gebak.
Hokkaido of Red Kuri
Hokkaido is een Japanse pompoensoort die hier pas sinds 1957 geteeld wordt. Een Japanse professor bracht in dat jaar zaden mee van deze soort en al snel bleek, dat deze pompoen het ook goed deed in ons klimaat. Het is een pompoensoort met zacht, romig vruchtvlees en eetbare schil. Hij heeft een volle, zoete en ietwat kastanjeachtige smaak en melige structuur waardoor hij vooral geschikt is voor heerlijke soepen, smeuiige puree of romige risotto. Rauw eten is dan weer niet aan te raden. Je zou er buikkramp aan kunnen overhouden.
Flespompoen
De flespompoen herken je aan zijn lange flesvormige nek en ronde basis. Deze pompoen heeft een vlezige pulp en een zoete nootachtige smaak. De schil is beige tot geel van kleur en erg zacht. Hierdoor hoef je de pompoen niet te schillen voor het bereiden. Deze soort heeft een zoete, nootachtige smaak en is ideaal om te roosteren of geblancheerd, in een salade. Ook in een lasagne doet hij het goed. Naarmate hij rijpt, wordt de kleur dieper en donkerder oranje en wordt de pompoen zoeter van smaak.
Spaghettipompoen
De spaghettipompoen heeft zijn naam te danken aan het vruchtvlees, wat erg op spaghettislierten lijkt. Het is een mild smakende pompoen met een zoete en nootachtige ondertoon. Hij is het perfect glutenvrije alternatief voor spaghetti en bovendien eenvoudig te bereiden.
Je halveelt de pompoen, verwijdert de pitten en besprenkelt de 2 helften met olijfolie. Kruid met peper en zout en laat 30 min roosteren in een ovenschotel op 180°C. Klaar!
Kabocha oftewel ‘groene hokkaido’
De smaak van deze groene hokkaido is opnieuw nootachtig. Hij wordt vaak vergeleken met de smaak van tamme kastanjes. Hierdoor is hij zeer geschikt voor desserten en dan vooral in cake en taart. Hij is wel minder goed en minder lang houdbaar dan de gewone hokkaido.
En als extraatje geef ik je toch nog graag een zesde pompoensoort mee. Deze is persoonlijk mijn favoriet, maar hier in onze contrijen niet altijd even gemakkelijk te vinden:
Crown prince
Deze pompoensoort is zacht en zoet, niet melig. Hij heeft een blauwgrijze schil, maar is vanbinnen prachtig oranje. De crown prince dankt zijn naam aan de typerende ronde krans, de “crown”, die zich aan de onderzijde bevindt. Het vruchtvlees heeft een kruimige structuur, een frisse geur en een volle, zoete smaak. De pompoen is heerlijk om te grillen, maar ook zeer geschikt om een romige soep van te maken.
En om af te sluiten nog enkele algemeenheden die voor elke pompoensoort tellen. De meeste pompoensoorten worden vanaf eind september geoogst. Je kan een rijpe pompoen herkennen aan zijn steel. Wanneer hij groen is, is hij nog niet rijp. Pas wanneer de steel dor en verkurkt is, is de pompoen rijp en lekker voor consumptie. Je bewaart pompoenen best onder een afdakje bij een temperatuur van om en bij de 10°C. Zorg er voor dat ze droog liggen.
En nu is het aan jou. Je kiest jouw favoriete pompoen, en maakt er een heerlijk gerecht mee. Helemaal herfst, helemaal genieten. Ik ben fan van deze prachtige vrucht.